Aanvragen voor koninklijke onderscheidingen of de predicaten Hofleverancier en Koninklijk komen (vrijwel dagelijks) bij de provincie Zuid-Holland binnen. Het is de taak van de commissaris van de Koning om op al die aanvragen een advies te geven. Er is ook een provincie onderscheiding: de Gouden Lis. Die is in 2020 niet uitgereikt.
Koninklijke onderscheidingen
Voor koninklijke onderscheidingen komen provinciegenoten in aanmerking die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor de samenleving, vaak jarenlang als vrijwilliger in gemeente en gemeenschap. Elk jaar kort voor Koningsdag is er een piek in de uitreiking van het aantal lintjes. Dit moment wordt in formele termen de Algemene Gelegenheid genoemd en in de volksmond de Lintjesregen. De dag van uitreiking was in 2020 24 april. In de loop van het jaar zijn er andere momenten (bijvoorbeeld bij een afscheid of jubileum) dat een onderscheiding bij iemand wordt opgespeld. Dat zijn de zogenoemde Bijzondere Gelegenheden.
In heel Nederland werden bij de Lintjesregen van 24 april 2020 3056 personen benoemd in de Orde van Oranje-Nassau of de Orde van de Nederlandse Leeuw, van wie 1070 vrouw (35,01%) en 1986 man (64,99%). In Zuid-Holland zijn op 24 april 2020 de meeste personen gedecoreerd, namelijk 569, van wie 191 vrouw en 378 man.
Uitgereikt zijn:
Lid in de Orde van Oranje-Nassau: 318 mannen en 171 vrouwen.
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau: 49 mannen en 14 vrouwen.
Officier in de Orde van Oranje-Nassau: 9 mannen en 6 vrouwen.
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw: 2 mannen en 0 vrouwen.
Daarnaast zijn er in 2020 (van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020) voor Bijzondere Gelegenheden 496 aanvragen gehonoreerd voor Zuid-Holland, 31 aan vrouwen en 465 aan mannen. (Dit grote verschil komt vooral door de overgangsregeling voor de leden van de vrijwillige brandweer die niet meer automatisch in aanmerking komen voor een Koninklijke onderscheiding na 20 jaar dienst.)
Uitgereikt zijn:
Lid in de Orde van Oranje-Nassau: 427 mannen en 19 vrouwen.
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau: 20 mannen en 5 vrouwen.
Officier in de Orde van Oranje-Nassau: 10 mannen en 3 vrouwen.
Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau: 3 mannen en 0 vrouwen.
Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau: 1 man en 0 vrouwen.
Ridder Grootkruis in de orde van Oranje-Nassau: 4 mannen en 3 vrouwen.
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw: 0 mannen en 1 vrouw.
De voorstellen in de graad van Grootofficier en Ridder Grootkruis zijn ingediend via het ministerie van Buitenlandse Zaken en niet via de commissaris van de Koning. Het gaat hier om diplomaten. De gedecoreerden staan of stonden wel in Zuid-Holland geregistreerd.
Predicaten en koninklijke erepenningen
De koninklijke erepenning wordt verleend aan een vereniging of instelling die ten minste 50 jaar bestaat. De koninklijke erepenning wordt wel eens verward met het predicaat ‘Koninklijk’. Een vereniging of instelling waaraan de koninklijke erepenning is uitgereikt, mag echter het predicaat ‘Koninklijk’ niet gebruiken.
In 2020 is de koninklijke erepenning 18 keer aangevraagd, 11 keer verleend, 1 keer afgewezen. De andere aanvragen liepen per 31/12 nog.
De predicaten ‘Hofleverancier’ en ‘Koninklijk’ zijn bedoeld voor bedrijven en organisaties die van onbesproken gedrag zijn. Aanvragers moeten aan een aantal criteria voldoen. Bij het predicaat Koninklijk zijn de belangrijkste: minimaal 100 jaar bestaan, landelijke bekendheid met bij voorkeur ook internationale uitstraling en meer dan 100 werknemers. Om voor een predicaat Hofleverancier in aanmerking te komen gelden als belangrijkste criteria: minimaal 100 jaar bestaan, plaatselijk en/of regionaal bekend, in eigen gemeente of regio behorende tot de beste drie bedrijven in de branche, minder dan 100 medewerkers (midden- en kleinbedrijf).
Niet in aanmerking komen bedrijven met een nutskarakter, zoals een ziekenhuis of een bank, beleggingsmaatschappijen en individuele bedrijven uit de dienstensector. Voor een landelijk samenwerkingsverband of een brancheorganisatie is het wel mogelijk voor een predicaat in aanmerking te komen.
Een aanvraag duurt vanaf het moment dat het bedrijf of de organisatie het besluit neemt tot de verlening door de Koning ongeveer een jaar. Een aanvraag start bij de burgemeester van de plaats waar het bedrijf statutair is gevestigd. De burgemeester maakt een voorstel, met daarin zijn of haar mening en het verslag van een antecedentenonderzoek. Dit voorstel wordt doorgestuurd naar de provincie. Vervolgens wordt advies gevraagd aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Zij rapporteren aan de Commissaris van de Koning die mede op basis daarvan zijn advies maakt. Of een predicaat vervolgens wordt verleend is een persoonlijke beslissing van de Koning.
Een predicaat wordt toegekend voor een periode van 25 jaar. Daarna dient er een verzoek tot bestendiging (verlenging) te worden gedaan. Op dat moment wordt opnieuw bekeken of een bedrijf aan de criteria voldoet. De procedure bij verlenging is dezelfde als bij een nieuwe aanvraag.
De commissaris van de Koning reikt de predicaten persoonlijk uit tijdens een bijeenkomst in huis bij de ontvanger of tijdens een speciale gelegenheid elders. Soms is de uitreiking voor de aanwezigen een verrassing, soms is het heugelijke feit al bekend. In alle gevallen is er reden voor een feestje. In 2020, het jaar van corona, vond de uitreiking vaak plaats in klein gezelschap en altijd met inachtneming van de coronaregels.
In 2020 is het Predicaat ‘Koninklijk’ 14 keer aangevraagd en 5 keer verleend en uitgereikt. Er was 1 afwijzing en de andere aanvragen waren per 31/12 nog niet afgehandeld. Er waren vier aanvragen voor bestendiging, waarvan er 2 zijn goedgekeurd en 2 niet in 2020 zijn afgehandeld. Het predicaat ‘Hofleverancier’ is in 2020 13 keer aangevraagd en 5 keer verleend en uitgereikt. Er was 1 afwijzing en de andere aanvragen waren eind 2020 nog in behandeling.